Verhalen van thuis
Bewoners en teams aan het woord
De mantelzorger
‘Alzheimer bracht ons dichter bij elkaar’
‘Alzheimer bracht ons dichter bij elkaar’
De mantelzorger
Vanachter een groot glas warme chocolademelk in het Rodense centrum, vertelt Marthe hoe Alzheimer beetje bij beetje het leven van haar moeder Gonny én dat van haar overnam. “Mijn moeder – Mutti, noem ik haar altijd – woont sinds juni 2023 in Het Gastenhuis Roden, daarvoor had ze een eigen huis in Groningen. Het begon allemaal heel onschuldig, maar uiteindelijk kon ze niet zelfstandig meer wonen. Het Gastenhuis werd haar nieuwe thuis.”
“Mijn moeder belde me continu als er iets was; de sleutels waren kwijt, de tv was ‘stuk’, het internet of haar mobiel deden het niet. Ze wilde me niet lastigvallen, maar de angst om niet bereikbaar te zijn was groter vanwege haar hartproblemen. Een jaar of vijf geleden zei ik tegen haar: ‘Mutti, ik denk dat er iets met je is’.”
Om mijn broer en mij een plezier te doen wilde ze uiteindelijk een test doen. Ook om ons te laten zien dat er niets met haar was. Ze bleek MCI te hebben, mild cognitive impairment. Het lijkt op dementie, maar het is minder ernstig. Wel bleek het bij mijn moeder de voorloper te zijn van Alzheimer, wat in de test er na duidelijk werd. Bij zo’n diagnose komt alles op gang, inclusief een eigen casemanager en thuiszorg die kwam checken of ze haar medicatie wel elke dag innam; iets wat mijn moeder vreselijk vond. Ik kwam na mijn werk en in het weekend vaak langs om samen te eten, iets te repareren of te regelen. Na verloop van tijd zei ik dat ik het niet meer trok naast mijn fulltimebaan. Ik deed het mantelzorgen met liefde, maar het werd me simpel weg te veel. Zelfs als je niet bij iemand bent, ben je er wel mee bezig in je hoofd en maak je je zorgen”
Mooie gesprekken
“Ook merkte ik tegelijkertijd haar paniek, ze ging minder naar buiten en haar sociale kring werd steeds kleiner. Dit was voor mij het moment om samen te gaan kijken naar een veilige plek om te kunnen gaan wonen. Dat vond ze aanvankelijk lastig, wat ik vrij goed kan begrijpen natuurlijk. Ik zei: ‘Mutti, ik ga met jou echt niet zomaar ergens heen. We gaan kijken wat bij jou past en wat jij wilt.’ Ze kon zelf nog prima meebeslissen en dat was fijn, dat voelde goed. Ik vond het heel belangrijk dat ze zelf kon meebeslissen omdat het háár huis zou worden. Als eerste kwamen we bij Het Gastenhuis in Roden en dat voelde meteen goed. We hebben ook nog andere plekken bezocht, maar Roden voelde het beste.”
We hadden een paar mooie gesprekken met locatiemanagers Klaas en Els en op een gegeven moment werden we gebeld, omdat er een plekje was. Mutti vond het wel wat vroeg, maar nadat we nog een keer zijn gaan kijken, gaf ze aan dat het voor haar ook goed voelde. Wat ik zelf heel bijzonder vond, is dat Klaas en Els nog zijn langs geweest in haar oude huis. Gewoon om te kijken hoe zij woonde, hoe haar omgeving was. Toen was de beslissing snel gemaakt.
Toneelkaartjes
“Natuurlijk ging Mutti kleiner wonen, dus we moesten opruimen en weggooien. Ze houdt net als ik van schilderijen en spulletjes, overal leuke tierelantijntjes. Ik vond het best heftig om samen met haar alles uit te zoeken. Ze pakte dan bijvoorbeeld een bak met oude toneelkaartjes en reiskaarten van landen waar ze is geweest en zei terwijl ze alles bekeek: ‘Het voelt alsof we mijn geschiedenis weggooien’. Dat komt dan echt wel even binnen. De bak met kaarten is natuurlijk wel meegegaan. Het fijne is dat we het uitzoeken in overleg hebben gedaan, het was een heel proces. Het is iets waar je samen doorheen gaat. Ik vroeg haar of ze het oké vond als ik onze gesprekken soms filmde. Dat vond ze prima. Ik weet niet wat ik ermee ga doen, maar het voelde goed voor mijn eigen proces.”
“Dat filmen doe ik tot op de dag van vandaag, weliswaar minder dan in het begin, maar toch. De insteek van mijn bezoekjes is trouwens anders sinds ze bij het Gastenhuis woont. Als ik er nu heen ga, ga ik echt gewoon voor de gezelligheid; lekker even kletsen, samen shoppen of lunchen in het centrum van Roden. In haar oude huis ging ik op den duur alleen nog maar langs om te helpen, dan mis je echt contact.”
knuffelen
“Mutti leeft heel erg in het hier en nu, en ze is zich enorm bewust van wat er om haar heen te zien is. In het bos bijvoorbeeld. Kijk, ik wandel gewoon, maar zij ziet de bomen, de kleuren van de bladeren, de kastanjes en eikels op de grond. Mooie takjes raapt ze op en die neemt ze mee om haar hele huis mee te versieren. En ja, dat vind ik echt heel mooi. Het zet me wel eens aan het denken; misschien moet ik me ook bewuster zijn van het hier en nu. Gelukkig weet mijn moeder ook nog heel veel van vroeger, van haar eigen jeugd, daar kan ze goed over vertellen. Mutti is een andere moeder dan vroeger. Ik merk dat we meer naar elkaar toe zijn gegroeid sinds haar diagnose. Vanaf dat moment zijn we hechter geworden. Ik kwam steeds vaker langs om haar te helpen, en steeds vaker hadden we mooie, diepe gesprekken over vroeger en nu. Ook het fysieke, zoals elkaar knuffelen en vasthouden tijdens het wandelen, is iets wat we voorheen amper hadden. Ik durf wel te zeggen dat we echt veel dichter naar elkaar toe zijn gegroeid door dit hele proces.”
Mini-dorpje
“Sinds Mutti in het Gastenhuis woont, is ze veel relaxter. Dat ze gewoon lekker bezig is, grappen maakt met iedereen en met de kok, waar ze zo goed mee op kan schieten. Ook de angsten die ze in het begin had, zijn weg en dat geeft zoveel rust bij haar. En dus bij mij. Mutti voelt zich helemaal op haar gemak bij het lieve personeel. Het lijkt wel alsof het voor hen niet voelt als werk. Heel bijzonder vind ik dat. Dat is ook zo mooi van het Gastenhuis hè: het compacte, het ‘ons kent ons’. Het is feitelijk een soort van mini-dorpje, zo zie ik het. Iedereen heeft z’n eigen huis en kan overal heen, dankzij het opendeurenbeleid. Ook dat vond ik zo belangrijk voor Mutti. ze wandelt nog iedere dag met enorm veel plezier.”
De bewoner
‘Mijn fitheid is genetisch bepaald’
‘Mijn fitheid is genetisch
bepaald’
De bewoner
Meneer ten Berge is 85 lentes jong en geniet volop van het leven. Hij weet dat hij de diagnose dementie heeft, maar heeft voldoende levenslust om er met de fiets – en zelfs met de trein – geheel zelfstandig op uit te trekken. “Dat wij zelf de regie hebben, dat vind ik zó waardevol. Van betutteling moet ik namelijk niets hebben.”
“Inmiddels woon ik bijna een half jaar in het Gastenhuis in Leusden. Daarvoor woonde ik in Zwolle; daar heb ik nog veel familie wonen. Mijn dochter woont in Leusden met haar gezin, en ze wilde graag dat ik bij haar in de buurt kwam wonen. Tja, zij vindt dat haar vader oud wordt, terwijl ik pas 85 jaar ben. Maar zo voel ik me niet, hoor. Ik zou eerder zeggen dat ik een vijftiger ben. Weet u, ik heb die leeftijd wel, maar in mijn hoofd voelt het niet zo.”
Vrede mee
“Tot voor kort reed ik nog auto, maar daar rijdt mijn dochter nu mee. Dat blijf ik wel moeilijk vinden, ook al heb ik er zelfstandig en vrijwillig afstand van gedaan toen ik de diagnose dementie kreeg. Het was een hele stap, afstand doen van je autonomie. Dat is wat, hoor. Maar goed, ik heb er vrede mee zoals het nu is. Ik stel het heel erg op prijs dat ik zo mijn ‘oude leven’ kan voortzetten hier. Inmiddels weten ze hier allemaal dat ik geheel zelfstandig mijn beslissingen neem en ook de hort op ga. Ik fiets ook veel in de buurt. En ik ga geregeld, een paar keer per jaar als het zo uitkomt, zelfstandig naar Zwolle toe met de trein. Daar woont onder andere mijn oudere zus.”
Familie-app
“Vanuit hier fiets ik naar het station van Amersfoort. Ze hoeven zich van het Gastenhuis zeker niet ongerust te maken, ik kom elke keer nog gewoon terug zoals u ziet. Als ik dan naar Zwolle ga, meld ik dat in onze familie-app. In Zwolle heb ik een fiets staan in de stalling. Dan fiets ik van het station naar mijn zus. Ja hoor, ik ga gemakkelijk op één dag op en neer. En nee, na zo’n dag ben ik niet moe. Ik lig wel graag om 23 uur in mijn bed, maar dat heb ik elke avond. Die fitheid van mij? Dat is genetisch bepaald, mijn 88-jarige zus is misschien nog wel fitter dan ik!”
Cryptogrammen
“Jazeker, in het begin had ik best wel heimwee naar Zwolle en naar mijn oude woonsituatie, maar dat is helemaal over. Toen ik hier in Leusden kwam wonen, wil niet zeggen dat ik van de ene op de andere dag hulpbehoevend was. Maar goed, ik woon hier niet voor niets, dat snap ik goed. Ik schijn hier met mijn dochter meerdere keren geweest te zijn om het Gastenhuis te bekijken, maar het gekke is, daar weet ik niets meer van. Dat is een teken dat er wel iets aan mij mankeert. Aan de andere kant ben ik nog erg scherp, houd ik van taal en maak ik dagelijks cryptogrammen. Dat vind ik het tegenstrijdige en ja, het baart mij wel zorgen.”
Roeping
“Jazeker, in het begin had ik best wel heimwee naar Zwolle en naar mijn oude woonsituatie, maar dat is helemaal over. Toen ik hier in Leusden kwam wonen, wil niet zeggen dat ik van de ene op de andere dag hulpbehoevend was. Maar goed, ik woon hier niet voor niets, dat snap ik goed. Ik schijn hier met mijn dochter meerdere keren geweest te zijn om het Gastenhuis te bekijken, maar het gekke is, daar weet ik niets meer van. Dat is een teken dat er wel iets aan mij mankeert. Aan de andere kant ben ik nog erg scherp, houd ik van taal en maak ik dagelijks cryptogrammen. Dat vind ik het tegenstrijdige en ja, het baart mij wel zorgen.”
Betutteling
“De verzorging in het Gastenhuis is fantastisch. Daar kan ik alleen maar over roemen. Alle mensen die ik aan tafel spreek, zijn ook allemaal lovend. Dat komt door de toewijding en dat iedereen het ons naar de zin wil maken. Ze hebben ook veel begrip voor de situatie, ja het hele huis is totaal en helemaal op ons toegespitst. En dat wij zelf de regie hebben, dat vind ik zó waardevol. Van betutteling moet ik namelijk niets hebben, dat zou ik ook niet kunnen verdragen. In huis maak ik altijd veel grapjes, ik houd ervan om de boel een beetje te relativeren. Het Gastenhuis is mijn huis geworden, dat kan ik wel zo zeggen ja. Als ik dan weer aan kom fietsen en ik zie het Gastenhuis, dan voelt dat voor mij als thuiskomen. Dat me dat gegeven is op deze leeftijd, dat waardeer ik en ik ben er erg dankbaar voor.”
De locatiemanager
‘Dementie of niet, je bent en blijft een mens’
‘Dementie of niet, je bent
en blijft een mens’
De locatiemanager
In Soesterberg is een prachtig nieuw en indrukwekkend Gastenhuis verrezen. Diane de Jong en Judith Eitink zijn de locatiemanagers die dit huis vanaf september 2024 mogen gaan leiden. “We zitten hier tussen het groen, op een prachtig landgoed, en de voorzieningen voor de bewoners zijn gewoon op loopafstand.”
Voor Diane is het niet voor het eerst dat zij een Gastenhuis zal runnen. Sterker nog, samen met haar man Emiel – die als formulecoach ook nog voor het Gastenhuis werkt – was zij verantwoordelijk voor het tweede Gastenhuis in Vleuten. Inmiddels is Het Gastenhuis Soesterberg het 24e huis dat dit jaar opent. Diane: “Ik wilde heel graag weer een nieuw huis opzetten en dat mag ik nu gaan doen, samen met kersverse locatiemanager Judith, die zelfs in Soesterberg woont.”
Matchgesprekken
“Vleuten was prachtig en deze wordt ook weer heel mooi,” zegt Diane stralend. “Ik miste het contact met de bewoners en met de families. Het mooie is dat dit een dubbel Gastenhuis is met in totaal 38 appartementen. Het gaat dus om twee aparte huizen waardoor het klein blijft aanvoelen en waar iedereen elkaar kent. Dat is echt de grote kracht.” Judith vertelt dat zij bij toeval het Gastenhuis heeft ontmoet: “Ik wandel heel graag en toen ik eens een andere route nam, stond ik oog in oog met dit indrukwekkende pand in aanbouw. Ik wist nog niet wat het was, maar ik weet nog dat ik dacht: als ik hier toch eens zou mogen werken, zo middenin het groen, op zo’n schitterende locatie.”
Iets verderop zag ik een groot bord waarop stond dat er een bevlogen locatiemanager werd gezocht. Ik heb een facilitaire achtergrond in de zorg, binnen een ouderenorganisatie en in een ziekenhuis. Zo is het balletje gaan rollen en een paar gesprekken later was alles zo goed als rond.”
Kennis en ervaring
“Het is fijn om te weten dat Diane door de wol is geverfd,” aldus Judith. “Zij heeft heel veel kennis en ervaring, daar leer ik graag van. Het concept van Het Gastenhuis spreekt ons beiden enorm aan; de regie in eigen hand houden en het open-deurenbeleid zijn daar nog maar twee sterke voorbeelden van. Je bent mens en je blijft mens, of je nu wel of geen dementie hebt. Je wilt graag datgene blijven doen wat je kunt.”
Noaberschap
Diane geeft aan dat het een prachtige woon- en werkomgeving is: “Het is hier prachtig mooi in het groen en het lopen naar het centrum van Soesterberg is ook mogelijk. Op het landgoed staat naast Het Gastenhuis ook een villa en een appartementencomplex waar mensen kunnen wonen met een lichte zorgvraag. Onderdeel van het wonen is dat deze mensen naar elkaar omkijken.” Zowel Diane als Judith komen uit het oosten van het land waar ‘Noaberschap’, naar elkaar omkijken, belangrijk is.
Centrum soesterberg
Diane: “Zo hadden we vanmorgen nog een gesprek met een meneer die in Soesterberg woont en graag naar de markt gaat. Hij wist prima te vertellen dat ze er een goede viskraam hebben, én knoflookolijven. Zo’n uitje is voor hem belangrijk, dus wij zorgen ervoor dat hij dit straks gewoon kan doorzetten bij ons. Wat ik meeneem vanuit Vleuten naar hier? Dat ook mensen zonder een zorgdiploma geweldige bijdragen kunnen leveren. Dat werkt echt heel goed, echt werken met je hart.”
Goede mensen zijn zeer welkom!
Diane en Judith zijn momenteel bezig met de sollicitatiegesprekken om het team op volle sterkte te krijgen, maar ze zoeken zeker ook nog goede en fijne mensen. “Dit mogen zowel gediplomeerde als niet-gediplomeerde collega’s zijn, mensen met het hart op de juiste plek. Oftewel, ben jij nuchter en sta jij met beide benen op de grond? Dan kunnen wij jou heel goed gebruiken in ons mooie nieuwe huis. Binnen Het Gastenhuis krijg je als medewerker de regelruimte en tijd om je werk waardig te doen voor onze bewoners. Je kunt hier echt met je hart werken.”